Bron
AD
Ongeloof
over vaccinatiecampagne: 'Je had dit allemaal al kunnen
voorzien'
Het vaccindebat donderdagavond in de Tweede Kamer heeft de zorgen over een succesvol verloop van de vaccinatiecampagne niet weggenomen. ,,Ik weet 1 ding: uiteindelijk is de minister verantwoordelijk."
Raymond Boere, Chris van
Mersbergen & Cyril Rosman 18-12-20, 18:45 Laatste
update: 19:39
Terwijl het ene na het andere
land aankondigt dit jaar nog te beginnen met vaccineren,
staat die datum in Nederland nu op vrijdag 8 januari. Eerder
is de GGD er niet klaar voor, herhaalde minister Hugo de
Jonge van Volksgezondheid donderdag, tot
frustratie van de Kamer.
De reden: de ict-systemen zijn nog niet op orde.
Lees ook
Europa gaat vanaf 27 december vaccineren, onduidelijk of dat ook voor Nederland geld
Geen vroege prik: start
coronavaccinatie blijft 8 januari
Het leidt ook buiten Den Haag tot ongeloof. Hoe is het toch mogelijk dat iets dat er al zolang aan zit te komen, nog niet tot in de puntjes is voorbereid? Je had dit allemaal al kunnen voorzien", zegt Herman van der Weide. Hij was in 2009 programmamanager van de vaccinatiecampagne tegen Mexicaanse griep. ,"Dat was net zo'n ingewikkelde campagne", blikt hij terug. ,"Ook toen moest iedereen twee prikken hebben. Maar we hadden alles al klaar voor de eerste vaccins er waren."
Zeven verschillende,
allemaal anders
Wat de coronavaccins overigens wel
een tikje ingewikkelder maakt, is dat er inmiddels al zeven
verschillende besteld zijn, en dat die allemaal anders zijn.
Zo moet het vaccin van AstraZeneca dat lang als eerste
goedkeuring leek te gaan krijgen, in de koelkast bewaard
worden. Maar nu blijkt Pfizer de eerste te zijn, een vaccin
dat op min 70 graden opgeslagen moet worden. Dat heeft
invloed op de hele operatie. Bovendien, klinkt het bij het
ministerie, andere landen kunnen dan wel eerder beginnen,
het zal daarbij gaan om minimale, symbolische hoeveelheden,
die uiteindelijk weinig verschil gaan maken.
,"En toch, je wist al lang dat die vaccins verschilden", werpt Van der Weide tegen. ,"Dus die scenario's kun je voorbereiden. En een ict-systeem: dat had gewoon klaar moeten zijn. Hoeveel signalen zijn er niet geweest dat het vaccin er misschien toch in december al zou zijn?"
Als een trein
Terugblikkend op de campagne rond de Mexicaanse griep in 2009 ziet Van der Weide grote verschillen. ,,Die ging als een trein. Ab Klink, toen minister van Volksgezondheid, pakte heel duidelijk de regie, daar was het RIVM destijds niet blij mee. Ik leidde een stuurgroep met 35 mensen, met daarin iedereen die belangrijk was in de campagne. Het was een eenheid."
De Jonge nam de teugels veel minder nadrukkelijk in handen. In een interview met NRC, eind november, zei hij dat de landelijke aansturing 'via het RIVM' gaat. ,"Het RIVM maakt nu de afspraken, met bijvoorbeeld de GGD. Dus ja, er is centrale regie, maar ook decentrale uitvoering."
Het afhuren van sporthallen was
volgens de minister nog "niet nodig',
omdat eerst bewoners van verzorgingshuizen en instellingen
voor verstandelijk beperkten een vaccin zouden krijgen. Die
volgorde is omgegooid: de eerste ladingen Pfizer-vaccin gaan
naar het personeel van de tehuizen en instellingen, op
centrale locaties.
Of de GGD, het RIVM of de huisartsen nu de uitvoering doen, dat is maar praktische invulling, zegt Van der Weide. "Ik weet 1 ding: uiteindelijk is de minister verantwoordelijk voor het slagen van de vaccinatiecampagne."
Vertrouwen boven
snelheid?
Niet iedereen is zo uitgesproken
kritisch als Van der Weide. Rob Beuse was in 2002 directeur
van de landelijke GGD-koepel en kreeg dat jaar de opdracht
binnen drie maanden 3,5 miljoen kinderen te vaccineren tegen
meningokokken C.
Beuse vindt de snelheid van het
vaccineren minder belangrijk dan het vertrouwen in een
vaccin. ,En ook de ict moet echt eerst op orde zijn. Je wilt
precies weten welk spul op welk moment waar is en wie welk
vaccin heeft gehad. Die gegevens hebben huisartsen nog
decennialang nodig. Het is sowieso een campagne die maanden
duurt, dus die paar dagen wachten met prikken maken niet
zoveel verschil."
Leger
De toenmalig GGD-directeur betrok ook het leger bij de operatie. ,"Die hebben zulke mooie spullen. Ze hebben vooral geholpen bij de logistiek en het opzetten van priklocaties. Van simpelweg het vervoeren van bankjes tot het opzetten van een hele priklocatie op vliegbasis Volkel. Dus ik zou deze keer ook zeker het leger er weer bij halen."
Waarom gebeurt dat eigenlijk
niet? Tot nu toe speelt het leger een minimale rol bij deze
gigantische operatie. Slechts twee militaire planners
ondersteunen het RIVM bij het opzetten van het
vaccinatieprogramma.
Andere landen zoals Amerika en
Groot-Brittannie maken al veel meer
gebruik van hun krijgsmacht. Zij laten militairen
bijvoorbeeld helpen bij de distributie van de verpakkingen.
Ook het Nederlandse leger kan veel meer betekenen dan nu,
laten hooggeplaatste militairen buiten dienst weten. ,"Hoe
moeilijk is het zetten van een spuit? Dat kun je militairen
na een korte cursus prima laten doen",
zegt een van hen die anoniem wil blijven.
Duizenden handjes
Defensie kan ook een grote rol
spelen in de logistiek. Ze hebben vliegtuigen, vrachtwagens,
kunnen militairen simpele administratiewerkzaamheden laten
doen of helpen bij het begeleiden van bezoekers in de
'prikstraten'. Het leger heeft
duizenden handjes
Toch wordt er nog nauwelijks een
beroep op ze gedaan. Mogelijk speelt gezichtsverlies bij de
GGD's een rol, vermoeden sommige militairen. Ze willen graag
laten zien dat ze het zelf kunnen. Het is wellicht ook
makkelijker om het in eigen hand te houden. Dan hoeven ze
niets met andere partijen af te stemmen.
Het leger staat klaar om te
helpen, maar past een afwachtende houding. Er moet een
beroep op ze worden gedaan, voordat ze in actie kunnen
komen. En ergens is de legerleiding er ook niet rouwig om
dat een verzoek uitblijft. Want de generaals weten: zodra
zij hun vinger opsteken en militairen gaan leveren, heeft
dat direct grote consequenties voor de eigen organisatie.
Oefeningen zijn dan minder mogelijk, waarmee de
gereedstelling van de eenheden in het gedrang komt. Het kost
maanden om dat weer in te lopen
De Koninklijke Bibliotheek Den Haag, heeft de website van DenHaagTeKijk aangemerkt als één van de belangrijkste websites van Nederland.
Dat is dan ook de reden dat, vanwege toekomstige dode linken, zoveel mogelijk "binnenboord" wordt gehouden.
Waarbij dan een beroep wordt gedaan op de uitzonderingsclausule van het auteursrecht.
Tevens gaat het om informatievoorziening in het algemeen belang, vanwege het aanvullen van ontbrekende, niet bekend zijnde, dossierkennis voor belanghebbenden.