Residentie.net


Kies een columnist



Julius Pasgeld
Julius Pasgeld
DE DEETMAN SHOW

Beantwoordend aan de modieuze tendenzen van deze tijd nam ook onze eerbiedwaardige burgemeester Deetman vorige week deel aan een soort Idols voor hoogwaardigheidsbekleders op de tv. Het ging weer om zo’n snelle competitie voor het volk. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een top-tien van. Deze keer ging het tussen Cohen (PvdA) van Amsterdam en Deetman (CDA) van Den Haag onder leiding van Paul Witteman. Het is onbegrijpelijk dat burgemeesters zich voor zoiets lenen. Maar wellicht spoken de komende burgemeesterverkiezingen al door hun hoofden. Bovendien moet Deetman de mening zijn toegedaan dat het grote publiek toch geen verschil ziet tussen een potsenmaker en een burgemeester. Dus deed hij, daartoe waarschijnlijk ingefluisterd door zijn mannetjesmaker Nico van Maurik, de gehele uitzending zijn uiterste best om zich als potsenmaker te profileren.
Welnu. Dat ging hem uitstekend af. Eerlijk gezegd vond ik hem als potsenmaker een stuk geschikter dan als burgemeester. Nog even en dan worden gemeentes bestuurd door stand-up comedians. Branche-vervaging heet dat.
De gehele uitzending zat ik aan het beeldscherm gekluisterd. Zowel burgemeester Cohen van Amsterdam als burgemeester Deetman van Den Haag lieten zich bijstaan door een soort F-side. Die van Cohen kende ik niet. Maar in de fanclub van Deetman herkende ik onmiddellijk de nar Pierre Wind, kabouter Jetta Kleinsma (PvdA) en de buurman van Deetman, de heer Boktors van Leeuwen. Hun taak bestond eruit allemaal goeie dingen over Deetman te roepen.
‘Hup Deet! Onze Deet! Onze goeie, ouwe Deet! Deetman! Een hartstikke warme man’, kreet Kleinsma, totaal van haar verstand beroofd.
‘D..d.. d..eetman. De m.. ma.. man v.. v..an het v.. v.. v..olk, stotterde Pierre Wind, alsof hij een cotelet suisse met drop en bosbessenjam aan het beoordelen was. En die goeie ouwe Boktors van Leeuwen sprak de onvergetelijke woorden: ‘Deetman? Dat is toch de man die voor iedereen opkomt?’
Helaas. Bij een soort kwis zakte de man van het volk al direct door de mand. Hij wist niet dat je een demonstratie niet mag verbieden vanwege de inhoud van deszelfs demonstratie. En toen Paul Witteman hem vroeg waarom hij de Japanse keizer Akihito belangrijker vond dan zijn Haagse onderdanen die hun oorlogstrauma’s kenbaar wilden maken, werd onze goeie, ouwe Deet nogal nerveus en begon zich te excuseren dat hij niet voor iedereen was opgekomen.
Nu wisten de Hagenaars natuurlijk al wat langer dat Deetman ambassadeurs, koningen en keizers op een hoger voetstuk heeft staan dan zijn eigen inwoners, maar de deskundige jury begon er inmiddels af en toe ook tussendoor te mompelen dat het Deetman misschien toch wel een klein beetje aan draagvlak en compassie ontbrak.
Na een fictieve, maar interessante casus, waarbij Deetman zich correct en formeel opstelde, terwijl Cohen probeerde zich menselijk en met begrip voor de zaak te gedragen, kwam de uitslag. Die interesseerde me zo weinig, dat ik hem terstond weer vergat. Toch zit ik nog met een vraag.
Vinden die burgemeesters het zelf allemaal ook niet een beetje beschamend?


Deze column is gejat door Hanneszeehond en geplaatst in 2005 als commentaar onder een artikel van den haag.org en vervolgens op schaamteloze wijze gepubliceerd op deze neppagina door de meiden van denhaagtekijk


  

Voor het archief in opbouw zie hier. 

 
8380
bezoekers
koppie(Wink)right 2007 - Julius Pasgeld  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bezoekersteller