Naar de beginpagina van Mondige burger

Zie ook; eigenrichting in Den Bosch; Verslaafdenopvang preventief geruimd.

Professor Tak

De overheid en de kansloze burger.

De conclusie van het onderzoek bevestigt de hypothese waarmee Tak in 1998 het onderzoek startte:
‘Nederland mag zich geen rechtsstaat meer noemen.'


Hier onder de belangrijkste passages, meer info op pagina 1 t/m 6.

De burger delft sinds de invoering van de Algemene Wet Bestuursrecht - nu tien jaar geleden - vrijwel altijd het onderspit tegen de overheid, constateert de Maastrichtse hoogleraar Twan Tak (61). ‘Als ik dit aan mijn studenten vertel, zitten ze me als dode vogeltjes aan te kijken. Dit zijn gruwelijkheden die ze niet kunnen bevatten.'
( pagina 1)

Als eenmaal vaststaat dat de overheid een onrechtmatige daad heeft begaan, moeten alle rechters de ring uit en plaats maken voor accountants. Die zijn veel beter in staat de werkelijke hoogte van een schadebedrag te bepalen.
(pagina 2)

Jo van der Hoeven, de eerste voorzitter van de afdeling rechtspraak van de Raad van State. Hij was hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit van Amsterdam en zonder meer de knapste geleerde van zijn tijd. Bovendien was hij een rechter met ballen, zo iemand die je tegenwoordig niet meer tegenkomt. Hij heeft destijds burgemeesters in heel Nederland de stuipen op het lijf gejaagd door toepassing te geven aan de wet op een wijze waarop dat óók kan. Als je al zijn uitspraken nakijkt, dan blijkt dat hij bijna de helft van de beslissingen van gemeenten heeft vernietigd of geschorst vanwege willekeur. Begrijpelijk, want willekeur is afwezigheid van beleidssystematiek.
(pagina3)

Bij de Raad van State werken ze met de ogen dicht, zonder te denken en zonder fantasie. Alles zaligmakend zijn de checklistjes. Voldoe je op een van de puntjes niet aan de voorwaarden, dan kan dat al een potentiële niet-ontvankelijkheidsverklaring opleveren. Dat heeft puur tot doel de burger zodanig op allerlei formaliteitjes te controleren dat hij geen schijn van kans heeft.
(pagina 4)

Als een burger bijvoorbeeld bezwaar aantekent tegen een in zijn ogen ten onrechte door de gemeente afgegeven bouwvergunning, krijgt hij dat besluit nooit meer van tafel.
Het is een typisch Nederlands spelletje en het is heel simpel.
Laten we de primaire beslissing besluit a noemen.
Daar ga je als burger tegen in beroep.
Op dat bezwaar volgt beslissing b.
Als je vervolgens bij de rechters komt, is het maximale resultaat dat je als burger kunt bereiken vernietiging van besluit b.
De burger gaat dan juichend naar huis, maar het houdt alleen maar in dat de overheid een nieuwe beslissing op bezwaar moet nemen.
En ondertussen blijft besluit a onaangetast.
Sterker nog, die is al lang in werking getreden.
Ook al krijg je zes keer beslissing b vernietigd, dat verandert helemaal niets.
(Pagina 5)

Je ziet wat dat in de praktijk oplevert.
Nooit, maar dan ook nooit komt het tot een inhoudelijke beoordeling. Ze zitten er alleen maar om besluiten te controleren.
En als ze daarbij wat onvolkomenheden zien, geven ze de overheid alle kans en tijd om die tijdens de procedure te repareren.
Terwijl de burger nog geen termijn mag laten verlopen en al helemaal niet mag verwijzen naar nieuwe feiten of veranderde omstandigheden.
(Pagina 6)

 

 

 

 

**